Probleem oplossen? Noem het een crisis!
Het kan nog werken ook, mits je je aan één cruciale voorwaarde houdt...
Eensgezindheid aan de informatietafel
De vier informerende partijen verschillen enorm van elkaar. In historie, in stijl, in programma. Over één onderwerp zijn het ze het in elk geval roerend eens: meer grip op migratie. Minder minder minder mensen erbij elk jaar.
Roep je minder migratie, dan denken we automatisch aan asielzoekers. En dan vooral de groep die wel asiel zoekt, het niet krijgt, maar toch blijft hangen. Zie die nog maar eens weg te krijgen als ze zelf niet meewerken en het land van herkomst doet alsof de neus bloedt. De reden dat dat veel Nederlanders een doorn in het oog is, is logisch: het voelt onrechtvaardig omdat het dat is. Echte vluchtelingen zijn welkom, mensen die doen alsof ze vluchteling zijn en vervolgens door de mand vallen, die zijn geen minuut langer welkom.
Daarnaast willen alle partijen echte vluchtelingen op zich wel helpen en bescherming bieden, maar moet dat allemaal ook fysiek in Nederland? Is opvang in de regio niet logischer? Was dat ook niet het onderliggende beeld van het Vluchtelingenverdrag? Dat landen hun buren helpen als ze in nood zijn?
Pieter Omtzigt maakte het onderwerp in de campagne nog wat breder: van de jaarlijkse instroom is asiel maar een beperkt percentage, we moesten juist ook arbeidsmigratie en studiemigratie aanpakken!
De ene migratie is de andere niet
Dit is trouwens een mooi voorbeeld hoe je met een kloppend feit toch het beeld kunt (ver)draaien: het is feitelijk juist dat asielmigratie een beperkt percentage van de jaarlijkse instroom is. Het is alleen wel de vraag of alleen kijken naar instroom de beste graadmeter is voor de impact van migratie op ons land.
Gelukkig heeft de staatscommissie demografie daar duidelijke cijfers over gepubliceerd. Studiemigranten blijven kort. Meer dan 80% is binnen tien jaar weer verdwenen, vaak veel eerder al. In de tussentijd studeren ze hier en hebben ze bijbaantjes. Ook van de arbeidsmigranten is binnen tien jaar bijna 75% weer het land uit.
Kijken we naar asielmigranten, dan is juist na 10 jaar driekwart nog steeds gebleven.
Oftewel: als het kabinet de jaarlijkse instroom met bijvoorbeeld 20% kan laten dalen, wat een knappe prestatie zou zijn, dan maakt het nogal wat uit of dat komt doordat er minder asielzoekers zijn ingestroomd of minder studenten en kennismigranten.
Gezien de grote toegevoegde waarde die een groot deel van de kennismigranten en een aanzienlijk deel van de kundemigranten naar ons land brengen -economische waarde waar we weer zorg, onderwijs en veiligheid van kunnen betalen- is het dus logisch dat aan de informatietafel de focus toch weer snel ligt op het beperken van de asielinstroom en het aantal vluchtelingen dat zich hier met hun gezin mag vestigen.
Mogelijkheden, Moeilijkheden en Afhankelijkheden
Een mooi onderwerp voor Casual Friday, want ze zijn het er al over eens! Waarom is het dan toch moeilijk en taai? Waarom, behalve om een signaal te sturen, beent Wilders dan met veel drama weg van tafel? Waarom worden er nu crisismaatregelen bij gehaald die voor noodgevallen zijn bedacht? Waarom wordt de knop in het doosje “in case of emergency: break glass” ingedrukt?
Nou, omdat het in de afgelopen 14 jaar natuurlijk ook echt niet aan de wil ontbrak om migratie te beperken, maar aan de mogelijkheden, moeilijkheden en afhankelijkheden.
De mogelijkheden zijn beperkt. Nederland is geen eiland, onze binnengrenzen in de EU zijn open en dus moet je veel bereiken door afspraken te maken met andere landen. In de EU en daarbuiten.
De moeilijkheden zijn dan weer niet beperkt. Die zijn legio. Wat doe je met iemand die hier niet mag zijn, niet meewerkt aan vertrek en wiens land van herkomst ook niet meewerkt om mensen terug te nemen? Buiten zetten? Opsluiten? Hoe dan ook, ze zijn in je land. Dat is zeer frustrerend, er wordt op dit dossier wel verbetering bereikt, maar het gaat langzamer dan gewenst. Zeker als je in al die jaren lekker vanuit de oppositie hebt geroepen dat het slappe hap is, dat je sowieso maar uit de EU moet en de kiezer belooft dat jij ‘minder minder’ wel even ‘gaat regelen’.
Afhankelijkheden zijn er genoeg. Van toeval (hoeveel oorlogen en natuurrampen breken er uit?). Van andere landen in de EU (hoeveel steun is er voor strenger beleid en specifieke maatregelen?). Van rechters (past een maatregel binnen onze rechtsstaat, schendt de maatregel mensenrechten en/of verdragen?). Van landen buiten de EU (nemen zij hun uitgeprocedeerde onderdanen terug? Zijn ze bereid vluchtelingen uit andere landen op te nemen zodat ze niet doorvluchten naar Europa?). En in een situatie van afhankelijkheden geldt dat je geduld moet hebben, gestaag veel noeste arbeid moet verrichten en met honing meer vliegen vangt dan met azijn.
Wilders wil is nog geen wet
De verkiezingsuitslag heeft veel veranderd en tegelijk heel weinig. Het politieke draagvlak voor migratiebeperkende maatregelen is gestegen. Er zit aan de informatietafel geen remmende partij op dit vlak en eventuele onderlinge verschillen van mening zijn op dit terrein geen onoverkomelijke blokkade.
Maar in de mogelijkheden, moeilijkheden en afhankelijkheden is heel weinig veranderd. Wilders riep altijd wel dat het aan de andere politici lag, maar merkt nu dat feiten, wetten en verdragen niet veranderen als je de verkiezingen wint. Dat andere landen, binnen en buiten de EU, bijzonder weinig onder de indruk zijn van zijn knappe verkiezingswinst. Dat die landen, heel gek, hun eigen meningen en belangen hebben. Dat ze voor hun eigen mensen opkomen en hun eigen volk toch net wat belangrijker vinden dan de wensen van Wilders. Schokkend natuurlijk, maar het is wat het is.
Blinde vlek voor wat al bereikt is
Kan er dan niks? Integendeel, er kan best veel. En er is ook veel al veranderd. Alleen ligt de aandacht altijd op wat er nog te wensen over blijft. De houding binnen de EU over migratie en wat er wel en niet voor mogelijk wordt gehouden om die te beperken is de afgelopen 15 jaar flink verschoven. We hebben de Turkije-deal, we hebben grenssluitingen gehad op de Balkan-route en, met vallen en opstaan, proberen we meer afspraken te maken met landen buiten de EU om daar te zorgen voor opvang van vluchtelingen in plaats van mensen naar Europa te laten komen.
Het juridisch en politieke effect van ‘crisis’
Maar ja, als je al die jaren hebt geroepen dat het niks voorstelt en de bereikte verbeteringen nog niet volledig tot het gewenste resultaat hebben geleid, dan zul je verder moeten gaan. Daarom wordt er nu kennelijk gesproken of men een beroep kan doen op ‘crisissituatie’ waarin een aantal verplichtingen wordt opgeschort. Er zijn twee manieren om hiernaar te kijken. Ten eerste de letterlijke, juridische manier. Dat is ook hoe er nu vooral over geschreven en gesproken wordt: is het logisch dat de huidige situatie in Nederland onder de bestaande regelgeving telt als ‘crisissituatie’ of ‘noodgeval’?
De gevallen waar de regels overduidelijk voor bedoeld zijn (overstroming, oorlog, pandemie) zijn nu niet aan de orde. Gelukkig maar, zou ik zeggen.
De tweede manier is niet letterlijk, maar neemt het als signaal wel serieus. Het statement is duidelijk: of de huidige regels er wel of niet voor gemaakt zijn, maakt minder uit. “Wij vinden dat het wel zo zou moeten zijn.” Die mening heeft voor een rechter natuurlijk beperkte waarde, maar een deel van dit dossier speelt zich af op EU terrein. Waar ook andere lidstaten strengere maatregelen willen. Waar het signaal een nieuwe ronde van de discussie kan inluiden. Als dan blijkt dat er wel steun is voor strengere regels op gebied van asiel, migratie en gezinshereniging, dan is het een breekijzer om iets voor elkaar te krijgen. Als een lidstaat roept in crisis te zijn, dan zal er toch over gesproken moeten worden.
Politiek prototype-mindset
Vanuit die eerste lens is de optie dus makkelijk weg te wuiven. Vanuit de tweede is het ook makkelijk weg te wuiven, dan wordt het bestempeld als proefballon. Alleen miskent dat de waarde van proefballonnen en prototypes. Het geeft je in elk geval een meting van de omstandigheden. De politieke temperatuur, de mate van politieke drukgevoeligheid en uit welke windstreken steun waait of juist tegenwind te verwachten is.
Dus dat partijen onorthodoxe maatregelen overwegen is op zichzelf geen probleem. De vraag is of men om kan gaan met eventuele teleurstellingen, of met de juiste prototype-mindset heeft: als iets niet meteen werkt, dan is dat eigenlijk ook fantastisch, want heel leerzaam en het geeft je cruciale informatie voor een volgend prototype. Als de bedrijfsleiding bij een mislukt prototype meteen in frustratie uitbarst, iedereen en z’n moeder de schuld geeft en alle onderzoekers en ontwerpers ontslaat, dan ontbreken de capaciteiten om met prototyping om te gaan. De juiste prototype-mindset is dus een wel een voorwaarde zonder welke je er niet aan moet beginnen.
Als een prototype niet werkt, dan moet je het opnieuw proberen. Niet anderen verwijten gaan maken.
Als een maatregel door de rechter verworpen wordt, dan moet je dat accepteren en nieuwe maatregelen bedenken of de wetten en verdragen gaan aanpassen. Niet de rechterlijke macht zwartmaken en de rechtsstaat ondermijnen.
Als er geen steun in Europa is voor je wensen, moet je een nieuw compromis bedenken of harder werken om landen te overtuigen je toch te steunen. Niet de andere landen gaan bashen of de EU de schuld geven en schreeuwen dat je er dan maar uit moet.
Onder voorwaarde van een goede gedeelde politieke prototype-mindset kun je dapper werken aan grensverleggend beleid.
Maar wel alleen onder die voorwaarde.